Conny Pijnenburg begeleidde al honderden beginnende lopers naar hun eerste wedstrijd. Onder haar hoede zagen ze zichzelf grenzen verleggen en afstanden lopen die ze vooraf niet voor mogelijk hielden. Ook aanstaande zondag staat er een groep van haar aan de start bij de Tilburg Ten Miles voor hun eerste wedstrijd.
Vanaf april hebben de lopers via de TTM clinics getraind bij Conny en zondag is het tijd voor hun eerste vijf-kilometerwedstrijd. ‘Je staat ervan te kijken hoe snel de trainingen aanslaan. De lopers en loopsters gaan met sprongen vooruit. Dat komt omdat je hart-longsysteem zich heel snel aanpast. Alleen spieren en gewrichten hebben er meer moeite mee,’ aldus de Tilburgse trainster.
Ze ziet het dan ook als haar taak om de lopers ervoor te behoeden dat ze te snel teveel willen.‘Het gevaar dat om de hoek komt kijken is dat de deelnemers erg fanatiek zijn en teveel doen. Als wij daar als trainers niet alert op zijn, raken ze geblesseerd.’
Zelf kwam Conny Pijnenburg per toeval in aanraking met hardlopen. ‘Ik ben er eigenlijk ingerold door een vriendin van mij. Zij had een hernia-operatie gehad en het enige wat zij mocht was hardlopen. Ze vroeg mij toen of ik met haar meeging. Dat is nu alweer 19 jaar geleden.’ Ze is daarna blijven hardlopen en is vanaf 2005 ook training gaan geven. Ze geniet ervan als haar pupillen met een goed gevoel naar huis gaan en een leuke training hebben gehad. ‘Dan ben je zelf ook tevreden. Mensen enthousiast maken voor het lopen. Dat is echt leuk. Daar gaat het eigenlijk om.’
‘Voor veel mensen is het een drempel om met hardlopen te beginnen. Ik raad iedereen aan om dat in een groep te doen. Sluit je aan bij een vereniging, of sluit aan bij clinics op weg naar een evenement. Zoals bij de Tilburg Ten Miles waar je in vier maanden klaar wordt gestoomd voor de vijf kilometer. Dan heb je allemaal hetzelfde doel. Het zijn allemaal beginners en iedereen zit in hetzelfde schuitje. Het is leuker om die fase samen te doorlopen in plaats van dat je zelf aan een schema moet beginnen. Je hebt daarmee ook een stok achter de deur om naar de trainingen te gaan want je wilt dan niet achterblijven. Je steunt elkaar op weg naar hetzelfde doel.’
Onder de deelnemers van de TTM-clinics zitten veelal mensen die een lange tijd niet meer gelopen hebben of die zelfs nooit gelopen hebben en ook al jaren niet meer aan sport hebben gedaan. Ze beginnen met een slechte tot matige conditie maar kunnen na twintig weken toch al vijf kilometer hardlopen. ‘De deelnemers staan er gewoon van te kijken dat ze na drie of vier trainingen al vijf minuten achter elkaar kunnen hardlopen. Dat gaat in de resterende weken gestaag met minuutjes vooruit en dat is een bijzondere prestatie.’
We vroegen Conny enkele tips voor beginnende lopers voor hun eerste wedstrijd:
– Het begint niet alleen met goede training. Goede schoenen zijn zeker zo belangrijk. Laat je hierin goed adviseren. En voor vrouwen adviseer ik om in een goede sportbeha te investeren. Een goed passende en ondersteunende sportbeha maakt het lopen een stuk aangenamer.
– Ga in de wedstrijd niet te snel van start. Dat druk ik iedereen op het hart. Als een speer ervandoor gaan, en in de eerste kilometer je over de kop te lopen, dat is de grootste fout die beginners maken. Het is ook zo verleidelijk om vanuit dat startvak met de meute mee te lopen. Maar de kans is groot dat je er na de eerste kilometer doorheen zit. Bij de TTM-clinics doen we daarom een testloopje waarbij de lopers ervaren hoe het is om een startnummer op te spelden, in het startvak te gaan en vervolgens het startschot te horen.
– Een advies in zijn algemeenheid: Niet te fanatiek beginnen met trainen. Als je van de een op de andere dag in één keer heel veel dagen per week gaat lopen, heb je een grote kans op blessures. En probeer ook geen trainingen in te halen. Dat is toch ook een veel voorkomende fout. Als je een training mist, om die dan in te willen halen. Bij de TTM-clinics heb je bijvoorbeeld de clinictrainingen en de huiswerktrainingen. Als iemand dan doordeweeks geen tijd heeft gehad om de huiswerktraining te doen, wil men nogal eens op vrijdagavond de huiswerktraining doen en dan de volgende ochtend komen trainen bij ons. Dan hebben ze de rest van de week niks gedaan en trainen vervolgens twee dagen achter elkaar. Dat is een gangbare fout. Maar dat is te kort op elkaar voor beginners. Je lichaam moet herstellen dus een dag rust tussen de trainingen is belangrijk.
Hardlopen is een hele belastende sport. Dus als trainers moeten we zorgen dat de deelnemers niet te zeer belast worden. Als ze een looptraining hebben gehad dan volgt altijd een dag rust. En als ze toch erg graag iets willen doen, dan adviseer ik om een stukje te gaan fietsen. ‘In rust zit snelheid,’ heeft men mij wel eens verteld en dat klopt ook wel. Met een training maak je eigenlijk dingen stuk. Je wordt sterker door goed te herstellen.
– Veelgestelde vragen zijn: Wat moet ik eten voor de wedstrijd? Of hoe zit het met mijn ademhaling? En hoe moet ik ademen? Ademhaling gaat vanzelf natuurlijk. Hoe beter je conditie wordt hoe makkelijker het lopen en dus ook het ademhalen gaat. Dus meestal zeg ik dat je niet op je ademhaling moet letten maar op de omgeving. Wij lopen in het bos, dus kijk naar de eekhoorntjes die oversteken of de vogels die fluiten.
Met de vraag over voeding is het van belang om te weten wat de mensen normaal gesproken doen. Dus als iemand aangeeft ‘ik eet ’s morgens nooit’ dan moet je adviseren om dat wel te doen. Alleen een kopje thee is niet genoeg voor een training of wedstrijd. Dan is je bloedsuikerspiegel veel te laag en als je je dan gaat inspannen kun je je wel indenken wat er gebeurt. Stel je gaat voorover hangen en komt snel omhoog, dan word je hartstikke duizelig. Eten is heel belangrijk maar je moet ook weer niet teveel eten. Twee of drie sneetjes in de ochtend voor een wedstrijd is voldoende als die wedstrijd niet al te laat begint.