Hardlopen groeit nog steeds in populariteit. Met name onder vrouwen neemt het lopen de jaren een steeds grotere vlucht. Met de vrouwen die in steeds grotere getalen de hardloopschoenen aantrekken lijkt ook een verandering in de beleving van het hardlopen te komen. Waar het bij mannen meestal om de onderlinge competitie en snelle tijden draait geven de vrouwen een ander elan aan het lopen. Actrice en schrijfster Elle van Rijn is één van die vrouwen. Zij was eerder dit jaar één van de bijna 14.000 deelneemsters aan de Marikenloop, de eerste loop in Nederland die exclusief voor vrouwen is. Zij nam deel als ambassadeur van KiKa, de stichting die strijdt tegen kinderkanker, én omdat ze al een aantal jaren regelmatig loopt. ‘Hardlopen is een soort meditatie voor me.’
Voor Van Rijn is hardlopen een welkome afwisseling op haar alledaagse beslommeringen. Ze acteert, schrijft boeken, vertaalt scripts, zet zich in voor goede doelen als KiKa en runt daarnaast nog een huishouden met maar liefst vier kinderen. Momenteel is ze onder andere druk met de opnames voor de TV serie over het leven van Johan Cruijff. Daarin speelt zij Danny Cruijff, de vrouw van deze fameuze voetballer. Volgend voorjaar wordt deze serie uitgezonden bij de VPRO. Ook is Van Rijn, die onder andere het boek over de ontvoering van Toos van der Valk heeft geschreven, bezig aan haar volgende boek. ‘Ik werk aan een boek over Bertha Hertogh. Zij is een hele bijzondere vrouw die vier jaar geleden is overleden. Haar adoptie leidde in de jaren ’50 tot hevige rellen,’ zo vertelt Van Rijn bevlogen over dit nieuwe project. Nadat de vader van Hertogh als soldaat in een Japans interneringskamp terecht kwam besloot haar moeder afstand van haar te doen. Ze groeide op bij een Maleisische vrouw totdat haar vader enkele jaren later ontdekte dat zijn dochter nog leefde en de voogdij opeiste. Dit leidde tot hevige rellen en protesten in Singapore waarbij uiteindelijk 173 doden vielen.
‘Ik denk dat je geen boek kunt schrijven zonder daar ook op een bepaalde manier emotioneel bij betrokken te zijn. Welk verhaal dat dan ook is. Weet je, het zijn uiteindelijk ook weer allemaal stukjes van jezelf en van verhalen die je om je heen hebt gehoord. Zo is mijn meest recente roman De dag waarop ik Johannes Klein doodreed bijvoorbeeld een verhaal dat uit mijn directe omgeving komt dus dat raakt je natuurlijk. En dat is uiteindelijk ook de bedoeling van mijn werk. Ik wil mensen meenemen, dat het iets met ze doet.’
Foto: Kees Nouws
Van Rijn is een ambitieuze vrouw die haar drukke werk ogenschijnlijk moeiteloos combineert met de zorg over vier kinderen. Het is een druk bestaan, zo geeft ze zelf toe, maar met voldoende planning en de juiste levensinstelling is het mogelijk volgens Van Rijn. ‘Je moet je niet zo druk maken, dat scheelt alvast de helft, denk ik. Efficiënt werken is een vereiste en volgens mij is het ook een kwestie van goed regelen. Dus je moet het niet allemaal half doen. Mensen denken wel eens dat ik schrijf terwijl ik de kinderen om mij heen heb. Voor mij is het gewoon werk en zoals andere mensen naar hun werk gaan en dan opvang hebben, zo heb ik dat ook. Ik denk dat ik gemiddeld vier dagen per week werk. Dat is goed te doen. Je moet zelf de voorwaarden scheppen om goed werk te kunnen leveren. En als je dat dan gedaan hebt, kun je daarna weer iets leuks met de kinderen doen of met vriendinnen.’
Van Rijn heeft een droom. ‘Ik zou graag een internationale bestseller willen schrijven. Het moet dan vervolgens ook verfilmd worden. En als ik één bestseller heb geschreven dan volgen er meer, dat snap je natuurlijk wel. Ja, zoiets. Voor de rest heb ik natuurlijk al een heleboel leuke dingen gerealiseerd,’ voegt ze haast verontschuldigend toe. Alsof ze haast bang is om té ambitieus over te komen. Ze heeft grote doelen maar kan tegelijkertijd intens genieten van de kleine dingen. ‘Ik kan van allerlei dingen heel gelukkig worden. Vooral van mijn kinderen en leuke dingen doen. Ik kan ook heel blij worden van reizen en werken. Het geeft mij een intens gelukgevoel als ik een doel weet te halen dat ik mijzelf gesteld heb, en dat hoeft helemaal geen groot of belangrijk doel te zijn.’
In dat drukke en ambitieuze bestaan bleek er toch nog tijd te bestaan voor het lopen. Van Rijn begon er een jaar of tien geleden per toeval mee. ‘Ik was toen in China en liep voor de lol tien kilometer mee. Ik was daar met een groep die de marathon van Beijing ging lopen. Ik was ongetraind en dacht ‘Jeetje dat is echt heel ver’. Maar dat viel eigenlijk best wel mee en ik vond het leuk. Ik besloot daarop om langere afstanden te gaan lopen.’ Van Rijn heeft inmiddels twee marathons gelopen, iets wat ze heel graag wilde, maar waar ze nog niet zeker van is of hier nog een vervolg op komt. ‘Ik weet niet of ik nog een keer de hele marathon ga lopen, maar ik wil wel nog een paar keer de halve marathon lopen. Dat vind ik een prima afstand, een hele vond ik echt heel erg zwaar.’
De twee keer dat ze de marathon liep was in New York. ‘De eerste keer was ik er echt doodsbang voor want ik dacht dat ik het nooit ging redden. Ik had toen maar tot de halve marathon getraind. Dat is natuurlijk geen goede voorbereiding en kan ik ook niemand aanraden.’ Ze koos voor deze onorthodoxe voorbereiding omdat haar knie ooit een flinke opdonder had gekregen tijdens het skiën. Ze was bang dat die knie zou gaan protesteren als ze in de voorbereiding al teveel kilometers ging lopen. Daarnaast had ze ook weinig tijd. Dat het een zware tocht zou worden en dat haar knie zou kunnen opspelen tijdens de marathon nam ze op de koop toe. Het maakte dat ze doodsbang aan de start verscheen van haar eerste marathon. ‘Maar eigenlijk kwam ik fluitend over de finish. Ik heb er vijf uur en elf minuten over gedaan. Ik heb overigens niet gewandeld, ik heb hem helemaal gelopen. Het jaar daarna ben ik meer gaan trainen. Ik liep twintig minuten sneller maar wat heb ik geleden. Die laatste paar kilometer door Central Park ging ik helemaal stuk. Ik vond het vreselijk, het was verschrikkelijk afzien maar dat je het kunt is een enorme persoonlijke overwinning. De tijden zijn niet belangrijk, het gaat erom dat je zo lang aan één stuk kunt lopen.’
Van Rijn is blijven lopen, ze heeft ontdekt dat het voor haar de ideale manier is om even te kunnen ontsnappen aan de hectiek van alledag, om de gedachten weer op een rijtje te krijgen. ‘Hardlopen is een vorm van meditatie voor mij. Ik schrijf best veel en dan is het lekker om even te kunnen hardlopen, omdat het me eventjes fysiek uitdaagt. Het is daarnaast een fijne manier om na te denken, over hoe ik een volgende stap moet maken, of hoe ik een verhaal qua structuur in elkaar moet zetten, of hoe dingen verder moeten lopen. Ik krijg vaak goede ideeën tijdens het lopen. Ik heb dan geen pen en papier bij me om het op te schrijven maar de goede ideeën onthoud je altijd.’
Het lopen heeft daarmee een belangrijke plaats ingenomen in het leven van Van Rijn. Het heeft haar leven verrijkt. Ze heeft geen doelen, ze is er niet op uit om telkens weer haar fysieke grenzen te verleggen. Ze heeft geen enkele behoefte om ooit een 100 kilometer te lopen of een andere extreme uitdaging aan te gaan. Hardlopen is voor haar als een ‘diesellocomotiefje het landschap te doorklieven.’ Lopen levert haar goede ideeën op, ze kan dromen over al haar ambitieuze plannen. ‘Er is altijd ruimte om te dromen, dat kent geen grenzen. Het gaat er om dat je jezelf genoeg laat inspireren om die dromen origineel en levendig te houden. En misschien ook om ze reëel te houden zodat je ze ooit kunt waarmaken.’ Dromen gebeurt vooral als ze alleen loopt maar Van Rijn loopt ook regelmatig met anderen. ‘We lopen ook vaker met een groepje, dus soms is het ook een sociaal evenement als je met je vriendinnen gaat lopen. Ik vind het ontzettend lekker en je voelt je ontzettend goed als je gelopen hebt. Soms heb je geen zin maar als je met een groepje gaat dan is er ook een stok achter de deur. Dan kun je niet afzeggen.’
Foto: Kees Nouws
Naast de fysieke voldoening die het lopen Van Rijn geeft is het voor haar ook een manier om zich in te zetten voor het goede doel. Het is een manier om haar betrokkenheid bij stichting KiKa uit te dragen. ‘Al enkele jaren geleden belde Frits Hirschstein, een van de oprichters van KiKa, me op met de vraag of ik stoeltjes wilde schilderen die geveild zouden worden voor kankerpatiëntjes. Dat heb ik gedaan, dat was helemaal in het begin. Ik was al vroeg betrokken bij KiKa en ben me er al die jaren voor blijven inzetten.’ De betrokkenheid bij een onderwerp als kinderkanker is natuurlijk niet vreemd bij een moeder van vier kinderen. Daarnaast heeft ze de ziekte van dichtbij meegemaakt bij twee kinderen in haar omgeving. ‘Eén kindje heeft de strijd tegen de ziekte helaas verloren en eentje is gelukkig genezen. Het probleem is dat kinderkanker maar voor een klein percentage van de beschikbare onderzoeksgelden in aanmerking komt. Daarom is het geld hard nodig. En zeker nu, er is nog heel veel te bereiken op onderzoeksgebied en ze hebben de laatste jaren ook al ontzettend veel weten te bereiken. Als ik daar een kleine bijdrage aan kan leveren dan doe ik dat natuurlijk graag.’
Dit artikel verscheen eerder in het GRATIS Losse Veter Magazine #4 dat wij twee keer per jaar uitgeven in samenwerking met ASICS en dat boordevol achtergrondverhalen over voeding, training, producten en looptechniek staat. Daarnaast staan er een groot aantal uitgebreide interviews in met atleten, trainers en andere interessante persoonlijkheden die vertellen over hun beleving van de sport. Klik hier om het magazine te lezen.