Kijk om je heen bij de start van een wedstrijd en je ziet het voor je. Zenuwachtige lopers die klagen over moe, zware benen, slechte nachten of een snel opkomende hoofdpijn. Vaker wel dan niet worden deze symptomen veroorzaakt door wedstrijdspanning en verdwijnen de symptomen als sneeuw voor de zon na het startsein. Maar niet altijd. Soms betekent “niet lekker” dat je beter niet kunt starten bij een wedstrijd. Bij welke symptomen moet je oppassen?
Door: Miriam van Reijen
Té scherp
Topsporters hebben er nog weleens last van. Ze bereiden zich voor op een toernooi en balanceren steeds op de grens van hard en goed trainen of té hard trainen. Zeker atleten die een laag lichaamsgewicht en/of vetpercentage hebben, kunnen voor een belangrijke wedstrijd té scherp staan. In combinatie met de zware trainingen en eventueel de reis naar een wedstrijdlokatie zijn ze extra vatbaar voor infecties. Met als gevolg dat ze, net voor hun belangrijke race, ziek worden.
Kleine pijntjes
Wanneer sporters in de laatste week voor een wedstrijd wat gas terugnemen en beginnen aan hun taper kunnen ze zich extra bewust zijn van kleine klachtjes. Met de wens om zo fit mogelijk aan de start te staan let je extra op pijntjes, vermoeidheid of een kuchje waar je eerder geen aandacht aan zou besteden. Meestal stellen deze symptomen niets voor en sta je op raceday daadwerkelijk fit aan de start. Maar bij een aantal symptomen moet je oppassen. Lees hier verder